Programmatoelichting – door Lars van den Berg

We worden deze jaren bovengemiddeld geconfronteerd met veelbelovende ontwikkelingen die onvoltooid blijven. Muziek kan troost geven, maar helaas zijn ook veel muziekprojecten, waaronder zes van het USKO, door de pandemie onvoltooid of zonder publiek gebleven. Vanavond gelukkig muziek!

De levens van Mozart (35 jaar) en Schubert (31 jaar) zijn nauwelijks voltooid te noemen. De composities die ze onvoltooid achterlieten – Requiem en Symfonie 8 – worden tot hun belangrijkste werken gerekend. Deze twee muzikale monumenten brengen we vanavond tot leven, net als Totentanz (Liszt) voor orkest — dit stuk gaat, net als het Requiem, over het voltooide leven en het ongewisse hiernamaals.

Requiem (Wolfgang Amadeus Mozart, 1791)

Een (traditioneel) requiem is een muziekstuk op de tekst van de katholieke dodenmis. In zijn sterfjaar, 1791, kreeg Mozart, werkzaam als adjunct-domkapelmeester in Wenen, de opdracht van een graaf om een requiem te schrijven. Toen Mozart op 5 december aan ziekte overleed, had hij slechts de helft van het werk af. De laatste 30% ontbrak volledig. Verder was het voor koor en solisten goeddeels af, maar voor orkest waren er alleen de continuo-partij (cello, contrabas en orgel) en schetsen van de rest. Het requiem werd door Mozarts leerling Süßmayr voltooid. Onvrede over deze voltooiing heeft twintig alternatieve voltooiingen opgeleverd, waaronder die (1993) van de Amerikaanse pianist en muziekwetenschapper Levin, gebaseerd op Süßmayers versie. Vanavond spelen we Levins versie.

Mozarts Requiem wordt gekenmerkt door dramatiek, vroomheid en warmte. De spaarzame instrumentatie en het ontbreken van fluiten, hobo’s en hoorns versterkt de duister-transparante grondstemming. De grote muzikale contrasten binnen en tussen de delen weerspiegelen de contrasten in de tekstbetekenis.

Het werk kan worden verdeeld in zes delen, die allen eindigen met een fuga. 1: Introitus en Kyrië; 2: Sequentia (Dies Irae); 3: Offertorium; 4: Sanctus; 5: Benedictus, 6: Agnus Dei en Communio. Deel 2 is verreweg het langste en bestaat uit zeven stukken. Het is een dertiende-eeuws gedicht over de dreigende Dag des Oordeels, vol tegenstellingen tussen de verdoemden en de verlosten. In de delen erna wordt de hoop steeds groter dat de overledene verlost wordt, dankzij het lijden van De Verlosser. De verlossing komt in het Communio, dat qua muziek overeenkomt met deel 1, een smeekbede. De cirkel, de eeuwigheid, is rond.

Symfonie 8, ‘Onvoltooide’ (Franz Schubert, 1822)

Hoewel Schubert 25 was en nog 6 jaar te leven had toen hij eraan begon in zijn woonplaats Wenen, heeft hij deze symfonie, die tot zijn mooiste orkestwerken wordt gerekend, niet voltooid. Mogelijk associeerde hij het werk met de ziekte (syfilis) die hij destijds opliep. Hij schreef slechts twee volledige delen (allegro; andante) en een onvolledig derde deel (scherzo). Waarschijnlijk had hij nog een vierde deel (finale) willen maken. Meestal, zo ook vanavond, worden alleen de eerste twee delen uitgevoerd, hoewel er pogingen tot voltooiing zijn gedaan.

In de hele symfonie is de maat in drieën verdeeld, wat de muziek een zwierig karakter geeft. De orkestklank is transparant. Lichtere en zware passages wisselen elkaar af. De lichtere passages, met warme melodieën, doen denken aan Schubert als romantische liederencomponist. Vooral in de zware passages schemert Schuberts melancholische karakter door.

Deel I (Allegro moderato, B-klein) begint met een afwisseling van lyrische en statige stukken, relatief zonnig en energiek. Halverwege neemt de sfeer plotseling een tragisch-dramatische wending, waarna de zon weer krachtig doorbreekt. Aan het eind toch weer tragiek.

Deel II (Andante con moto, E-groot) wisselt twee contrasterende thema’s af: het eerste is fleurig, het tweede is treurig. Het eindigt met een subtiele “strijd” tussen de twee thema’s, waarin het fleurige thema overwint.

Totentanz (Franz Liszt, 1849)

Liszt was 38 en toerde als briljante concertpianist door Europa toen hij ‘Totentanz’ voor piano en orkest uitbracht. Het stuk bestaat uit variaties op een oude, door veel componisten gebruikte melodie: de gregoriaanse zang ‘Dies irae’, over de Dag des Oordeels. Deze zang is ook de basis van het ‘Dies irae’ in Mozarts Requiem. Oorspronkelijk, ook bij Mozart, was het ‘Dies irae’ moralistisch bedoeld, maar in de Romantiek, ook bij Liszt, werd het fantastische, groteske en macabere ervan uitgelicht. Vergeleken met de andere muziek van vanavond klinkt Totentanz modern, ruig, virtuoos en ironisch. De 7 in elkaar overvloeiende onderdelen lijken 7 personages uit te beelden die op de Dag des Oordeels uit hun graven komen, en onderling sterk van karakter verschillen: van rustig en dromerig tot woest en grillig.

Website by Webroots

Analytics by Conversios