Programmatoelichting

Wegens de COVID-19-pandemie voert het USKO dit najaar een aan de omstandigheden aangepast programma uit, dat desondanks twee grote meesterwerken van de klassieke muziek bevat: de Vijfde Symfonie van Beethoven en het Requiem van Fauré. Daarnaast zingt het koor het Salve Regina van Poulenc.

De Vijfde Symfonie van Ludwig van Beethoven (1770-1827) is een van de bekendste werken uit het klassieke repertoire. Bijna iedereen herkent de eerste noten van de symfonie (pa-pa-pa-paaaam) en Beethovenliefhebbers zullen de rest van het eerste deel grotendeels mee kunnen neuriën. Vanaf het begin heeft de muziek een grote dramatische kracht; de symfonie eindigt uiteindelijk met 29 maten vol slotakkoorden om die kracht te bedwingen.

De onstuimigheid van de symfonie is een kenmerk van veel van Beethovens muziek. Met zijn kolossale muziek luidde Beethoven bijna eigenhandig een nieuwe periode van de muziekgeschiedenis in. Vóór Beethoven schreven componisten als Mozart en Haydn evenwichtige muziek met een groot gevoel voor structuur, daarna begon de nadruk steeds meer te liggen op de emotionele kracht van de muziek, waarbij de vorm van ondergeschikt belang werd. Vaak wordt Beethoven gezien als de sleutelfiguur die aan het begin van de 19e eeuw de periode van de romantiek inluidde. De onbedwingbare kracht van zijn Vijfde Symfonie is daar een herkenbaar merkteken van.

Tegenover de titanische energie van Beethovens symfonie staat de mildheid van het Requiem van Gabriel Fauré (1845-1924), dat wij uitvoeren in een bewerking voor orgel en strijkkwartet. Een requiem is een muziekstuk dat gebaseerd is op de rooms-katholieke liturgie voor een begrafenis. Voor veel componisten was het schrijven van een requiem een soort muzikale tour de force, en veel requiems zijn hoogtepunten in het concertrepertoire.

Bijzonder aan het requiem van Fauré is dat het zeer mild en bescheiden van klank is, meer dan de meeste andere requiems. Fauré laat het deel Dies irae grotendeels weg, hoewel het in veel requiems met zijn heftige tekst voor de spectaculairste muziek zorgt. Slechts één tekstregel zet hij op muziek, het beroemde Pie Jesu, een prachtige sopraansolo die in de troostrijke sfeer van het requiem past. Fauré was een late vertegenwoordiger van de 19e­ eeuwse romantiekstijl. Zijn muziek onderscheidt zich door eigenzinnige harmonieën, zoals goed te horen is in het O Domine Jesu Christe en het Agnus Dei.

De Franse componist Francis Poulenc (1899-1963) leefde in een roerige periode van de muziekgeschiedenis, waarin er een wildgroei van verschillende stijlen ontstond. Tussen alle modernisten en avantgardisten schreef Poulenc relatief eenvoudige en toegankelijke muziek, waarin zijn eigen stem echter gelijk herkenbaar is. Een goed voorbeeld daarvan is zijn Solve Regino voor vierstemmig koor, geschreven in een traditionele stijl, maar toch met wat merkwaardige wendingen.

Wij wensen u veel luisterplezier!

Website by Webroots

Analytics by Conversios